M. chitwoodi bestrijden; tulpen gerooid, resistente bladrammenas erin!

Nu de tulpen gerooid worden/zijn, kan erachteraan een groenbemester gezaaid gaan worden. Voor de bestrijding/het voorkomen van een besmetting met Meloidogyne chitwoodi (maïswortelknobbelaaltje) bestaat er een goede combi: na de tulpen een resistente bladrammenas.

Geen waardplant

Tulp is geen waardplant voor het maïswortelknobbelaaltje. De aaltjes vermeerderen zich niet op dit gewas. Dit geldt ook voor een resistente bladrammenas, wat geen waardplant is voor M. chitwoodi. Voor het onderdrukken van Meloidogyne chitwoodi is tulp, met als na-teelt een resistente bladrammenas, een uitstekende combi.

Bouwplan

De oplossing voor het M. chitwoodi probleem moet nu nog gezocht worden in het bouwplan. Zorg er in ieder geval voor dat er geen waardplant geteeld wordt voor een gevoelig gewas.

Inundatie

Voor het ontsmetten van percelen met M. chitwoodi biedt inundatie perspectief. Bij inundatie komen stoffen vrij die schadelijk zijn voor aaltjes. Dit is gebaseerd op het zuurstofloos verteren van organisch materiaal. Belangrijk punt is dat de bodemtemperatuur niet lager dan 16 graden Celsius mag zijn en dat het perceel minimaal 3 maanden onder water moet staan voor een goede werking.

Resistentieveredeling

Een oplossing voor de langere termijn kan resistentieveredeling zijn. Voor een aantal gewassen zijn veredelaars al bezig om resistentiegenen in te kruisen. Het gaat om gewassen als aardappel, bladrammenas en raaigrassen. Bij aardappel is al vastgesteld dat de resistentie tegen M. chitwoodi werkt. Het zal echter nog wel enige tijd duren voordat kwekers een geschikt ras hebben ontwikkeld.